Vrouw met hond en koeien

agro-industrie

Bachelor in de agro- en biotechnologie, afstudeerrichting agro-industrie aan VIVES Zuid

De dienstensector land- en tuinbouw, de agro-verwerkende industrie en de toeleverende industrie zijn in volle ontwikkeling. Daar ben jij broodnodig!

Waar kan ik dit volgen?
Een bachelor natuur binnen de bedrijfswereld
Studenten agro-industrie op bezoek op de werkvloer

Ben je sterk praktijkgericht en kan je wetenschap en techniek vertalen naar de gebruikers toe? Bezit je daarnaast ook een sterke sociale en commerciële kant en wil je graag de schakel vormen tussen management en de uitvoerders?

Wil je dat bovendien realiseren in de dienstensector in de land- en tuinbouw of in de agro-verwerkende industrie? Dan zal de info over de afstudeerrichting agro-industrie je zeker interesseren.

De agro-industriële bedrijfswereld heeft behoefte aan professionele bachelors. Zij zijn het die de productieprocessen voorbereiden, uitvoeren, leiden en begeleiden. Zij kunnen de wetenschap en technologie vertalen naar de gebruiker toe. De bachelor die in agro-industrie afstudeert, heeft een ruim pakket sociale en commerciële vaardigheden verworven, wat een extra troef betekent op de arbeidsmarkt.

Wat leer ik in deze opleiding?

De bachelor agro-industrie steunt op drie grote pijlers:

  • de band met de agrarische sector 
  • het belang van procestechnologie en laboratoriumkennis in functie van de voedings- en milieusector 
  • managementvaardigheden

In de bachelor agro-en biotechnologie maak je aan de hand van theorie- en praktijklessen uitgebreid kennis met deze drie pijlers. Wetenschappelijke vakken zoals organische chemie (bv. biochemie, milieuwetenschappen en genetica), vakken over voeding, planten en dieren (bv. landbouwtoepassingen, vee, plantenbescherming, groente- en fruitverwerking, zuivelverwerking), technische vakken (bv. elektriciteit, mechanica, motoren en transmissies) worden afgewisseld met algemeen vormende vakken (bv. bedrijfsmanagement, economie, wetgeving en boekhouding).

Je loopt in het tweede jaar twee stages in de sector van de agro-industrie. In het derde jaar is er een uitgebreide stage waaraan ook je bachelorproef is gekoppeld. Je kiest zelf de domeinen waarin je meer ervaring wil opdoen. In totaal ga je tijdens je opleiding drie keer op stage. Door tijdens deze drie stages de sector zelf te kiezen, kan je je kennis verbreden of verdiepen en uitzoeken welke sector of functie jou het best ligt. De lijst met mogelijke stagebedrijven is heel uitgebreid. Als je zin hebt in een internationale ervaring, kan je in deze opleiding alle kanten op door het groot aanbod buitenlandse stages. We hebben wereldwijd contacten met bedrijven uit de agrarische sector, van Nederland en Frankrijk over Amerika naar Nieuw-Zeeland.

Aarbeienplantjes met vruchten

Studiemateriaal

Studiemateriaal omvat onder andere boeken, cursussen en digitale leermiddelen die je nodig hebt tijdens je studie.

 

Studiemateriaal

Kijk al eens naar enkele cursussen:

Vakken en praktijk

Benieuwd welke vakken en welke praktijkonderdelen deel uitmaken van het programma? Bekijk hieronder een beknopt overzicht.

Vakken en praktijk

  • veeteelt, landbouwtoepassingen, veevoeding
  • vlees- en visverwerking, gistingsprocessen
  • procestechnologie, zuivelverwerking, groente- en fruitverwerking
  • plantaardige productie
  • plantenbescherming
  • milieuwetenschappen, agrarische milieuwetgeving
  • bodemkunde, bemestingsleer en toepassingen
  • agromarketing
  • bedrijfsmanagement
  • economie, wetgeving, landbouwbeleid en voedselveiligheid
  • kostprijsanalyse en risicomanagement
  • wetgeving, pachtwetgeving, boekhouden
  • agrarische bouwkunde
  • elektriciteit, mechanica, motoren en transmissies
  • mengvoedertechnologie
  • werkveldverkenning binnen- en buitenland
  • genetica, dierkunde
  • organische (bio)chemie
  • stage
  • bachelorproef

Lessentabel

Hieronder vind je een voorbeeld van hoe je weekrooster eruit kan zien. Gemiddeld heb je twintig lesuren per week.

Lessentabel

Hieronder vind je een voorbeeld van hoe je lessenrooster er in het eerste semester uit zou kunnen zien. Omdat niet alle vakken het volledige academiejaar worden gegeven, vind je in de deze voorbeeldtabel uiteraard niet alle opleidingsonderdelen terug. We proberen bij het opmaken van elk lessenrooster springuren zoveel mogelijk te beperken.

Kies jouw campus
VIVES Roeselare
VIVES Roeselare
  ma di wo do vr za
8u30-9u30
anorganische chemie
 
elektriciteit
     
9u30-10u30
anorganische chemie
plantkunde
elektriciteit
werkveldverkenning practicum (zuivel)
   
10u45-11u45
procestechnologie en zuivelverwerking
plantkunde
microbiologie theorie
werkveldverkenning practicum (zuivel)
veeteelt
 
11u45-12u45
procestechnologie en zuivelverwerking
 
microbiologie theorie
werkveldverkenning practicum (zuivel)
veeteelt
 
12u45-13u45
 
voedingsanalyse (labo)
       
13u45-14u45
ICT-vaardigheden en wetenschappelijk rekenen
voedingsanalyse (labo)
   
veevoeding
 
15u00-16u00
ICT-vaardigheden en wetenschappelijk rekenen
voedingsanalyse (labo)
   
veevoeding
 
16u00-17u00
 
voedingsanalyse (labo)
       

Studiemateriaal

Kijk al eens naar enkele cursussen:

agro-industrie klembord

Hoelang doe ik over deze opleiding?

In het modeltraject doe je drie jaar over je opleiding. In het eerste jaar leer je overwegend de theorie onder de knie te krijgen. Je krijgt heel wat praktijklessen en je gaat ook vaak op bedrijfsbezoek. Zo zie je hoe het er in het werkveld aan toe gaat en misschien vind je daar wel een mogelijke stageplaats. In het tweede jaar is het dan zover: je mag op stage! Vanaf het tweede jaar heb je nog drie dagen per week les en loop je de overige twee dagen stage bij een bedrijf van jouw keuze. In die drie dagen op de hogeschool heb je nog steeds een deel praktijklessen, dus hoe verder in de opleiding, hoe verder je je handen uit de mouwen steekt. Daarbij komen ook vaak gastsprekers vertellen over hun ervaringen. Wanneer je uiteindelijk in het derde jaar belandt, kan je naast de gewone lessen luisteren naar interessante lezingen, ervaring opdoen in je 3de stageplaats, op buitenlands bedrijfsbezoek gaan en natuurlijk werken aan je bachelorproef, het sluitstuk van je studie.

Studenten Agro-industrie in bus

Ga ik tijdens mijn studie op stage?

Ja, je gaat tijdens je opleiding drie keer op stage. Je kiest je stageplaatsen zelf. Zo leer je een aantal bedrijven in de sector kennen. VIVES heeft contacten met heel wat bedrijven waar je stage kan lopen en daarvoor hoef je niet eens in België te blijven. Door op verschillende stageplaatsen stage te lopen leer je niet alleen de bedrijven kennen, maar ook jezelf. Tijdens je stage merk je ongetwijfeld welke types bedrijven je liggen en waar je misschien later aan de slag kan. Drie keer in drie jaar op stage, dat is een stevige brok van je opleiding. In de bachelor agro-industrie zit je dus zeker niet de hele dag met je neus in de boeken ook al is theorie wel een groot deel van de opleiding natuurlijk.

Studeren in het buitenland

Een deel van de opleiding in het buitenland volgen is zeker een meerwaarde voor jou als persoon en werknemer. Daarom stimuleert de opleiding agro- en biotechnologie de studenten om naar het buitenland te gaan. Tijdens werkveldverkenning buitenland ga je als groep bedrijven, beurzen, onderzoeksinstellingen bezoeken. Wil je ook nog een van je stages in het buitenland volgen, dan kan dit zeker. We hebben wereldwijd contacten met bedrijven uit de agrarische sector, van Nederland en Frankrijk over Amerika naar Nieuw-Zeeland.  

globe

Ontdek de wereld tijdens je studie!

LVC
 Quote signs

Mijn ouders hebben een landbouwbedrijf dus was mijn keuze voor agro-industrie ergens logisch. Het is een brede, algemene opleiding die boeiende aspecten uit landbouw en industrie combineert en waar je alle kanten mee uit kan.

drie personen overleggen aan twee laptops over de startinformatie en info rond 'Wat kost studeren?'

Hoeveel kost je studie?

Studeren kost geld. Studiegeld, cursussen en handboeken, noem maar op. Je studiegeld is het bedrag dat je bij inschrijving in het hoger onderwijs betaalt. Die kostprijs is vastgelegd en is voor elke hogeschool en universiteit in Vlaanderen dezelfde.

meer info >

Starten met je studie

Ongetwijfeld zit je met veel vragen. Selecteer hieronder de opleiding die je bij ons gaat studeren en wellicht vind je op de meeste vragen een antwoord.

meer info >

Wat na je studie agro-industrie?
Verder studeren

Verder studeren

De grote troef van onze opleiding is het feit dat studenten heel snel werk vinden. Anderzijds studeren meer en meer studenten verder, vooral in de richting master in de biowetenschappen. Ook de master of science in de industriële wetenschappen: milieukunde behoort tot de mogelijkheden. Studenten die dit traject volgen hebben naast een uitgebreide kennis van theorie, ook heel wat praktijkervaring, wat hen gegeerd maakt op de arbeidsmarkt.

Kuikentje agro-industrie

Aan de slag

Dit veelzijdige diploma geeft een degelijke toegang tot de arbeidsmarkt. Afgestudeerde studenten vinden snel werk en worden onder meer:

  • middenkaderfunctie in de voedingsindustrie en milieusector
  • middenkaderfunctie in verwerkende en toeleveringsbedrijven
  • verantwoordelijke voor kwaliteit, productie, verpakking, verzending en/of waterzuivering
  • technisch, commercieel en onderzoeksmedewerker
  • onderzoeker en/of voorlichter in land- en tuinbouw
  • milieudeskundige (mestbank, ruilverkaveling, gemeente)
  • ambtenaar bij agrarische overheidsdiensten
  • adviseur rond administratieve verplichtingen 
  • leraar of praktijkleraar in agrarisch onderwijs (getuigschrift voor pedagogische bekwaamheid vereist)
  • labomedewerker
  • zaakvoerder of medewerker in een handelscentrum voor land- en tuinbouwproducten, in een agrarisch dienstverlenend bedrijf, op een land- of tuinbouwbedrijf.
In een oogopslag

Je studie in een oogopslag

Studiegebied

Opleidingstype

Studiewijze

Studieroute

Aantal studiepunten

Waar kan ik dit volgen?

Startmomenten

Toelatingsvoorwaarden

ECTS-fiches

Onderwijstaal

Brochures

kwaliteit

VIVES staat garant voor de kwaliteit van deze opleiding. We doen dit op basis van het VIVES-referentiekader en het onderwijsbeleidsplan.